In een eerder artikel hebben we laten zien dat persoonlijke communicatie bestaat uit de onderdelen ‘inhoud’, ‘proces’ en ‘persoon’. We hebben toen uitgelegd dat veel communicatieve winst te behalen is door wat meer uit de inhoud te blijven en bewuster met ‘proces’ en ‘persoon’ bezig te zijn. Maar ook op het onderdeel ‘inhoud’ kun je het rendement nog flink opvoeren. Daar gaat dit artikel over.
Inhoudelijke communicatie
Veel inhoudelijke communicatie gaat over problemen. Dingen die niet lekker lopen, zaken waarover je twijfelt, situaties die je wilt verbeteren. Problemen zijn er in alle soorten en maten: groot of klein, zakelijk of persoonlijk, gezamenlijk of individueel, al heel lang of pas sinds kort.
Wat is een probleem eigenlijk?
Maar wat is eigenlijk het hebben van een probleem? Voor veel mensen is het iets dat betrekking heeft op het heden, waarvan je zelf (mede)eigenaar bent en dat vaak gepaard gaat met bepaalde gedachten en gevoelens zoals drang, motivatie, irritatie, twijfel, zorg, angst, frustratie, onrust, dwang, etc. Een belangrijk misverstand hierbij is de directe koppeling die mensen leggen tussen hun probleem en het nu. Dat is begrijpelijk, want de aan het probleem gekoppelde gevoelens beleef je immers ook nu. Toch is die koppeling een misverstand en eenvoudige logica kan dat inzichtelijk maken.
Van problemen naar doelen
Bij problemen spelen namelijk altijd twee situaties een rol, de huidige situatie (dat wat je nu hebt) en de doelsituatie (dat wat je zou willen hebben). Nu komt het: als wat je zou willen hebben precies hetzelfde is als wat je nu hebt (doelsituatie = huidige situatie), dan heb je geen probleem. (Tip: lees deze laatste zin nog een keer door als dit je verbaast). Met andere woorden: je hebt pas een probleem als wat je zou willen verschilt van wat je nu hebt. Dus een probleem is niet de huidige situatie (het nu) – ook al voelt dat zo – maar de spanningsboog tussen wat je nu hebt en wat je zou willen hebben. Hoe groter het verschil tussen hebben en willen, des te groter de spanningsboog en daarmee het persoonlijke probleembesef.
Een probleem is dan ook alleen goed pakbaar en oplosbaar als je weet wat je hebt EN wat je wilt (je doel). Het nadenken en communiceren over doelen is daarom erg zinvol en het geeft trouwens ook meer positieve energie dan het louter bezig zijn met problemen. De mentale overstap naar doelen maak je zelf door je af te vragen: “wat wil ik in plaats van wat ik nu heb, wat wil ik anders?” Het is belangrijk je fantasie daarbij de vrije loop te laten en het heden even helemaal achter je te laten.
Van problemen naar doelen bij je gesprekspartner
Je kunt natuurlijk ook in je communicatie je gesprekspartner naar die doelkant sturen:” Ok Henk, dat is hoe het nu is, dat is me duidelijk. Als we dit nu even parkeren, wat zou je dan eigenlijk willen? Wat wil je in plaats van wat je nu hebt?” Maar dan nog is het goed opletten. Een belangrijke valkuil is namelijk dat mensen toch weer over hun huidige situatie gaat praten als zij hun doel aangeven. Bijvoorbeeld:
- ik wil dat gezeur niet meer
- ik wil van dat overleg af
- ik wil geen sigaretten meer roken
- ik wil mezelf beter verzorgen
- ik wil voortaan sneller gaan ingrijpen
De kunst is dus om doelen zodanig te formuleren dat ontkenningen (niet, geen, zonder, kwijt, vanaf, etc) en vergelijkende trappen (beter, sneller, minder, meer, etc) ontbreken. Bijvoorbeeld:
- ik wil rust aan mijn hoofd
- ik wil zelf mijn beslissingen nemen
- ik wil me een paar keer per dag door stilte kunnen ontspannen
- ik wil mezelf goed verzorgen
- ik wil voortaan snel gaan ingrijpen
De invloed van het onderbewuste bij het stellen van doelen
Een extra reden om doelen zo te formuleren is om het onderbewust in de juiste richting te sturen. Het onderbewustzijn is namelijk ontkenningsongevoelig. Als ik tegen je zeg: “denk niet aan een roze olifant”, dan wordt die gedachte door je onderbewustzijn al snel omgezet in een beeld van een roze olifant. Dus al je jezelf als doel stelt ‘ik wil niet meer roken’ dan hoort je onderbewustzijn ‘ik wil meer roken’. Je ziet het bijvoorbeeld ook bij ouders met jonge kinderen. De ouder roept tegen het kind ‘niet aankomen’ en de hand van het kind pakt het voorwerp direct beet, want het onderbewustzijn hoort ’aankomen’. De ouder had in dit geval ‘afblijven’ kunnen zeggen.
Kortom: als je communiceert over problemen, maak dan inhoudelijk het kritische onderscheid tussen wat je hebt en wat je wilt en let bij de verwoording van het doel scherp op het nalaten van ontkenningen en vergelijkende trappen. Probeer het eens uit en merk dat het werkt!
Meer weten over hoe jij en je medewerkers problemen vertalen in haalbare doelen? Volg dan één van onze middle management cursussen.