We krijgen elke dag opnieuw via onze 5 zintuigen een enorme hoeveelheid informatie te verwerken. Toch leidt al dat zien, horen, voelen, ruiken en proeven meestal niet tot chaos in ons mentale systeem. Dat komt omdat we als mensen beschikken over een grote verzameling overtuigingen (waarheden), die netjes in ons onderbewustzijn liggen opgeslagen.
Het nut van overtuigingen
Die overtuigingen zijn de pijlers van ons mentale huis, ze geven ons houvast en structuur en zorgen ervoor dat we ons überhaupt in onze buitenwereld kunnen oriënteren en bewegen. En ze werken als stevige filters voor die enorme binnenkomende stroom van zintuiglijke informatie. Veel informatie wordt op die manier direct weggegooid (weglating) of verbogen tot iets dat wat goed aansluit bij onze bestaande overtuigingen (vervorming). Dit gebeurt overigens allemaal razendsnel en volledig onbewust.
We hebben overtuigingen over de wereld om ons heen (bijv. motorrijden geeft vrijheid) over andere mensen (bijv. Piet is erg slim) en over onszelf (bijv. ik ben nu eenmaal niet sportief). We hebben overtuigingen die ons verder helpen (bijv. ik kan gemakkelijk met anderen contact leggen) en overtuigingen die ons belemmeren (bijv. ik zal nooit een kwartje worden).
Hoe ontstaan overtuigingen?
Overtuigingen ontstaan doordat we dagelijks nieuwe gebeurtenissen meemaken (ergens zijn, krant lezen, tv kijken, met anderen praten, werken, etc) die informatie opleveren die slecht past bij onze reeds aanwezige bestaande waarheden. Zodra we voldoende herhaling in die vreemde informatie herkennen, besluiten we mentaal tot een nieuwe waarheid en deze nieuwe overtuiging daalt dan vervolgens direct af naar ons onderbewustzijn en wordt een nieuwe pijler.
Het interessante is nu dat twee mensen die dezelfde gebeurtenis meemaken tot zeer verschillende waarheden kunnen komen. Dit komt doordat ze verschillen in wat in het licht van die gebeurtenis (onbewust) belangrijk vinden. Ze hebben verschillende criteria (een criterium is wat iemand gelooft dat persoonlijk belangrijk voor hem is). Een extreem voorbeeld kan dit illustreren. Neem twee Nederlandse toeristen die zich op 11 september 2001 op dezelfde plaats in de buurt vlakbij de WTC-ramp in New York bevonden en deze als door een wonder overleven. De één met als dominant criterium ‘veiligheid’ zou dan tot de nieuwe waarheid kunnen komen: ‘de wereld is nergens meer veilig voor mij’. De ander met als dominant criterium ‘uitdaging’ zou echter tot de waarheid ‘ik ben echt voor het geluk geboren’ kunnen komen.
Ieder mens vormt zijn eigen unieke verzameling overtuigingen, zijn eigen unieke persoonlijke beleving van de wereld. En dat komt dus doordat we 1) verschillende gebeurtenissen in ons leven meemaken en 2) doordat we verschillende criteria hebben waarmee we op basis van die gebeurtenissen tot nieuwe waarheden komen.
Overtuigingen als bron van misverstanden in communicatie
En uitgerekend dit unieke karakter van onze overtuigingen is nu juist vaak de bron van allerlei misverstanden, irritaties, onbegrip en conflicten in de communicatie en moeizame samenwerking tussen mensen. Dan is vaak sprake van botsende overtuigingen, of iets preciezer: dan is sprake van verschillende dominante criteria waarmee die overtuigingen ooit werden gevormd. Dat hoor je ook aan de taal die mensen gebruiken als ze onderling ruzie maken: ‘neen Carla, dat is helemaal niet waar, want….’.of ‘Klinkklare onzin Kees, dit accepteer ik niet…..’.
In het vorige artikel hebben we uitgelegd dat communicatie tussen mensen bestaat uit de onderdelen inhoud, proces en persoon. Als mensen het oneens met elkaar zijn dan steggelen ze bewust over de inhoud van een onderwerp. De achterliggende oorzaak is echter dat ze onbewust verschillende criteria hebben aanstaan (persoon). En die criteria sturen de wijze waarop ze ieder voor zich met de inhoud omgaan. Inhoudelijke onenigheid wordt dan ook vaak opmerkelijk vlot opgelost zodra mensen elkaars persoonlijke criteria rondom de inhoudelijke kwestie hebben uitgewisseld. Een stap verder: communicatie tussen mensen is in het algemeen trouwens erg gebaat bij het uitwisselen van criteria, dwz in alle situaties. Dit doe je door de ander bewust te vragen: “wat is in dit verband belangrijk voor jou?” En ook door tegen de ander bewust te zeggen wat jij gegeven het onderwerp zoal persoonlijk belangrijk vindt. “Voor mij is belangrijk dat …..”
Criteria zijn de communicatieve snelweg, de inhoud is daarbij vergeleken slechts een hobbelige ventweg. Neem manager X wiens medewerkster Y ziek thuis zit omdat ze een diepgaand conflict hebben over het begin van de dagelijkse werktijd van Y. Ze hebben inhoudelijk eindeloos geruzied over de inhoudelijke vraag of X op basis van de feiten nou te structureel te laat is gekomen of niet. De bron van het conflict is echter dat ze totaal verschillende persoonlijke criteria hanteren: voor manager X zijn dit ‘bedrijfsregels strikt naleven’ en ‘in de pas lopen met wat andere medewerkers ook doen’. Terwijl voor medewerkster Y ‘eigen verantwoordelijkheid hebben’, ‘afgerekend worden op resultaten’ belangrijk zijn. Zolang ze deze criteria niet van van elkaar kennen is een inhoudelijk compromis tussen beiden nauwelijks te bereiken.
Kortom: communiceer uw criteria bij al uw inhoudelijk doelen en problemen en vraag omgekeerd anderen wat zij persoonlijke belangrijk vinden. Probeer het eens uit en merk dat het werkt!
Meer weten over communicatie? Volg dan één van onze middle management cursussen of de cursus soepel en effectief communiceren.