In dit artikel willen we hebben over het stellen van grenzen en het belang om deze aan anderen te communiceren. Grenzen ‘managen’ in persoonlijke en zakelijke communicatie het spanningsveld tussen wederzijdse verwachtingen en realisaties. Het is daarom zinvol eens apart bij dit onderwerp stil te staan.
Wat houdt grenzen stellen in?
Grens betekent letterlijk scheiding of afbakening. Anders gezegd, een grens is een positie waar ja omslaat naar neen en omgekeerd. In de dagelijkse communicatie tussen mensen klinken heel veel grenzen door. Daarbij wordt heel vaak voor een afgezwakte vorm gekozen, zoals: “kan het echt geen dag blijven liggen?”, “ik weet zeker dat Karel hier veel meer ervaring mee heeft dan ik” of “gaap, ik doe echt mijn best om naar je te luisteren”. De werkelijke boodschap is dan bijvoorbeeld “vandaag heb ik beslist geen tijd voor je, morgen om 10.00 uur ben je welkom”, “daar begin ik niet aan, ik weet hier veel te weinig van” of “houd op, ik heb hoofdpijn en duik nu mijn bed in”.
Het afzwakken gebeurt meestal vanwege het niet onder druk willen zetten van de relatie, het vermijden van conflicten, het voeden van de behoefte om gewaardeerd te worden, het gevoel van afhankelijkheid van de formele baas, etc. Gehoopt wordt dat de ander de subtiele vorm van de boodschap begrijpt en er begripvol en vooral ruimtegevend op reageert. De praktijk is meestal anders. De vage manier van grenzen aangeven nodigt de ander uit om de druk verder op te voeren. Neen heb je, ja kun je krijgen tenslotte, zeker als je wilt dat een ander iets voor jou doet.
We onderscheiden drie typen grenzen:
- organisatorische grenzen, waarmee je buitenwereld organiseert
- persoonlijke grenzen, die ervoor zorgen dat je jezelf blijft en vasthoudt aan wat persoonlijk belangrijk voor je is
- fysieke grenzen, waarmee je je lichamelijke gezondheid in balans houdt
En gezond evenwicht in leven en werk betekent dat al deze grenzen in combinatie worden ervaren, in tact blijven, soms worden overschreden en dan weer worden onderschreden.
Het structureel overschrijden van organisatorische grenzen, leidt echter tot het sneller en vaker bereiken van persoonlijke grenzen en het laatste gaat gepaard met veel negatieve emoties. Het vervolgens structureel overschrijden van persoonlijke grenzen brengt het sneller en vaker bereiken van fysieke grenzen met zich mee. Dit laatste uit zich in fysieke klachten zoals een vastzittende rug, maagpijn, hoofdpijn, rsi en burn-out.
Organisatorische grenzen
Persoonlijke organisatorische grenzen stel je bijvoorbeeld met behulp van je agenda. Daarin staat immers per dag wat je, wanneer en met wie gaat doen. Maar het kan ook gaan om je taakafbakening: dat doe ik wel en dat doe ik niet. Bedrijfsmatige organisatorische grenzen hebben betrekking op beperkende voorwaarden van producten of diensten, zoals prijs, hoeveelheid, kwaliteit, de mate van maatwerk of levertijd.
Laten we eens kijken naar Karel, een nieuwe verkoper die namens firma X praat met een grote vaste en extreem veeleisende klant.
Klant: “Ik ben gewend dat jullie er zijn als ik je nodig heb. Ik wil die twee machines absoluut over 14 dagen in huis hebben”.
Karel: “Het spijt me, ik kan die machines vanwege de bestelling van de bijzondere onderdelen die u wenst pas over 3 weken leveren”.
Klant: ”Ja hoor eens, dan lopen jullie maar wat harder”.
Karel: “Ik hoor uw urgentie. Ik blijf bij 3 weken levertijd, maar dan heeft u ze ook echt in huis”.
Klant: “Dit bevalt me helemaal niet”.
Karel: “Wat wilt u, een leverancier die toezeggingen doet die hij uiteindelijk niet na kan komen of een leverancier die betrouwbaar is?”
Klant: “Ehhhh, het laatste uiteraard”.
Karel: “Dan kan ik u 3 weken levertijd bieden, niet korter, maar ook niet langer”.
Persoonlijke grenzen
Persoonlijke grenzen komen in zicht als je het gevoel hebt zelf iets te moeten dat je persoonlijk niet wilt, niet durft, niet bij je past of niet kunt. Die grenzen dienen zich aan in de vorm van negatieve emoties, zoals angst, pijn, verdriet, frustratie, boosheid of onmacht.
Karel kan in het gesprek met de klant ook tegen deze grenzen aanlopen.
Klant: “Als die machines niet binnen 2 weken geleverd worden, annuleer ik deze order”.
Karel: “Dat zou ik heel jammer vinden, maar die keuze is uiteindelijk aan u”.
Klant: “Ik kan wel merken dat jij net in deze wereld komt kijken”.
Karel: “Ik behandel u met respect, ik wil omgekeerd ook door u als persoon met respect behandeld worden. Als dat niet wat u betreft niet kan, houdt het voor mij op”.
Klant: “Hm..”
Fysieke grenzen
Tenslotte kunnen zich fysieke grenzen aandienen in de vorm van lichamelijke signalen. Die zijn soms uiterlijk waarneembaar. “ Wat zie je er gespannen uit de laatste tijd”, zegt iemand die jou goed kent dan bijvoorbeeld tegen je. Maar vaak is het moeilijker te zien en moet degene die het betreft het dus extra duidelijk aangeven om de ander te laten weten dat dit speelt. We laten Karel – aan het eind van een lange werkdag – nog eenmaal aan het woord.
Klant: “dan wil ik het nu ook nog over drie andere leveranties met je hebben, waar ik heel erg ontevreden over ben”.
Karel: “ik voel me inmiddels erg moe en merk dat ik veel moeite moet doen om me goed te concentreren. Ik stel voor nog deze week een nieuwe afspraak te maken”.
Klant: “hoor eens, ik ben nu hier en dan wil ik het nu ook afmaken, al wordt het vanavond laat”.
Karel: “dat begrijp ik, maar als ik niet fit ben kan ik u niet volle de aandacht geven die u vraagt. Ik zei u dat ik nu te moe ben. Ik stop ermee en hoor graag of u deze week een vervolgafspraak wilt.”
Klant: “zucht, ok”.
Meer weten over grenzen stellen? Volg dan één van onze cursussen